ECLI:NL:RBZWB:2022:570
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Tijdigheid van het beroepschrift inzake naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 februari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de inspecteur van de Belastingdienst. De belanghebbende had een beroepschrift ingediend tegen de uitspraak op bezwaar van een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting. Het beroepschrift was verzonden naar de rechtbank Gelderland, die het vervolgens doorstuurde naar de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De rechtbank ontving het beroepschrift op 1 september 2021, terwijl de wettelijke termijn voor indiening op 27 augustus 2021 eindigde. De belanghebbende stelde dat hij het beroepschrift op 23 augustus 2021 ter post had bezorgd, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet aannemelijk was, gezien de poststempel op de enveloppe. Hierdoor werd vastgesteld dat het beroepschrift niet-tijdig was ingediend.
De rechtbank benadrukte dat de wettelijke termijn voor het indienen van een beroepschrift dwingend is en dat bij termijnoverschrijding een niet-ontvankelijkverklaring volgt, tenzij er sprake is van verschoonbare termijnoverschrijding. De belanghebbende heeft geen redenen aangevoerd die de termijnoverschrijding zouden kunnen rechtvaardigen. Daarom verklaarde de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.