ECLI:NL:RBZWB:2022:569
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring van beroep wegens verzuimen in beroepschrift en gebrek aan machtiging
Op 4 februari 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een belastingrechtelijke zaak, waarbij het beroep van de gemachtigde van belanghebbende niet-ontvankelijk werd verklaard. De gemachtigde had een beroepschrift ingediend tegen de navorderingsaanslag vennootschapsbelasting voor het jaar 2014. Echter, het beroepschrift voldeed niet aan de wettelijke vereisten zoals vastgelegd in artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Er was geen schriftelijke machtiging overgelegd, en het beroepschrift was niet mede-ondertekend door de belastingplichtige. Bovendien ontbrak een motivering van het beroepschrift, aangezien enkel een kopie van de uitspraak op bezwaar was bijgevoegd, wat niet als voldoende werd beschouwd.
De griffier had de gemachtigde de gelegenheid gegeven om de verzuimen binnen vier weken te herstellen, en dit verzoek werd herhaald in een aangetekende brief met een laatste termijn van twee weken. Ondanks de waarschuwing dat het beroep niet-ontvankelijk verklaard zou kunnen worden bij het uitblijven van herstel, heeft de gemachtigde de verzuimen niet hersteld. De rechtbank heeft op basis van artikel 6:6 van de Awb besloten het beroep kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.