ECLI:NL:RBZWB:2022:568
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
Op 4 februari 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarbij een beroepschrift is ingediend door de gemachtigde van een belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst. Het betreft een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2017. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift niet voldoet aan de wettelijke vereisten zoals gesteld in artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Er was geen schriftelijke machtiging bijgevoegd, en het beroepschrift was niet mede-ondertekend door de belastingplichtige. Bovendien ontbrak een motivering van het beroepschrift, aangezien enkel een kopie van de uitspraak op bezwaar was bijgevoegd, wat niet als voldoende motivering wordt beschouwd.
De griffier heeft de gemachtigde de gelegenheid gegeven om de geconstateerde verzuimen binnen vier weken te herstellen, met een herhaalde waarschuwing in een aangetekende brief van 15 november 2021. Ondanks deze waarschuwingen heeft de gemachtigde de verzuimen niet hersteld. De rechtbank heeft op basis van artikel 6:6 van de Awb besloten het beroep kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn per aangetekende post geïnformeerd over de beslissing. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden aangetekend bij de rechtbank.