ECLI:NL:RBZWB:2022:559
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht
Op 4 februari 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE-21_2628. De belanghebbende heeft een beroep ingesteld tegen besluiten van de Belastingdienst, maar heeft verzuimd het verschuldigde griffierecht van € 49 te betalen. De griffier heeft de belanghebbende hierover schriftelijk geïnformeerd en in een aangetekende brief van 4 augustus 2021 gewezen op de noodzaak van betaling binnen vier weken. Ondanks dat de brief is afgehaald, is het griffierecht niet ontvangen door de rechtbank. Hierdoor is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier. De beslissing is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank, waarbij de indiener kan verzoeken om gehoord te worden over het verzet.