ECLI:NL:RBZWB:2022:5530

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
22 september 2022
Publicatiedatum
23 september 2022
Zaaknummer
BRE-22-1935
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 september 2022 uitspraak gedaan in een belastingrechtelijke kwestie. De belanghebbende had beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst, die betrekking had op de aanslag inkomstenbelasting en premievolksverzekeringen over het jaar 2018. Het beroep werd echter niet-ontvankelijk verklaard omdat de belanghebbende het griffierecht van € 50,- niet tijdig had betaald.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de belanghebbende op 14 april 2022 had aangegeven niet in staat te zijn het griffierecht te voldoen wegens betalingsonmacht. De griffier heeft de belanghebbende vervolgens in de gelegenheid gesteld om dit beroep op betalingsonmacht binnen twee weken te onderbouwen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de belanghebbende niet tijdig heeft gereageerd op deze oproep.

Ondanks een latere poging van de belanghebbende om alsnog een betaalspecificatie in te dienen, heeft de rechtbank deze stukken niet in behandeling genomen omdat ze niet tijdig waren ingediend. Bovendien voldeed de belanghebbende niet aan de criteria voor vrijstelling van het griffierecht, aangezien het netto inkomen boven de geldende norm lag. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was en heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht
zaaknummer: BRE 22/1935

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 september 2022 in de zaak tussen

[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,

en

De inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.

Procesverloop

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 23 februari 2022 beroep ingesteld. Het beroep ziet op de aanslag inkomstenbelasting en premievolksverzekeringen over het jaar 2018 met aanslagnummer [aanslagnummer] .H.86.01.

Overwegingen

Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 50,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is.
Bij brief van 14 april 2022 heeft belanghebbende gemeld niet in staat te zijn het griffierecht te voldoen wegens betalingsonmacht. Belanghebbende is bij aangetekend verzonden brief van 20 april 2022 vervolgens in de gelegenheid gesteld om het beroep op betalingsonmacht binnen twee weken te onderbouwen. Volgens gegevens van Track&Trace van PostNL is de brief afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres. De griffier heeft vervolgens het beroep op betalingsonmacht afgewezen, omdat belanghebbende niet tijdig heeft gereageerd.
Bij brief van 25 juni 2022 stelt belanghebbende wel tijdig gereageerd te hebben en heeft alsnog een betaalspecificatie ingediend. Deze stukken zijn niet meer in behandeling genomen aangezien deze niet tijdig waren ingediend. Ook als de stukken wel in behandeling waren genomen voldoet belanghebbende niet aan de criteria om in aanmerking te komen voor vrijstelling van het griffierecht. Het netto inkomen bedraagt namelijk meer dan de geldende norm van € 1.037,12.
De griffier heeft bij aangetekend verzonden brief van 21 juli 2022 belanghebbende nogmaals in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief. Volgens gegevens van Track&Trace van PostNL is de brief afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres.
Belanghebbende heeft het griffierecht niet op tijd betaald. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van N. Plasman, griffier, op 22 september 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier, De rechter,
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.