ECLI:NL:RBZWB:2022:5528
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
Op 22 september 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een belanghebbende uit België en de inspecteur van de belastingdienst. De belanghebbende had beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 26 april 2022, betreffende navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premievolksverzekeringen over de jaren 2016, 2017 en 2018. De zaak werd behandeld onder de zaaknummers BRE 22/2765 tot en met 22/2767.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet tijdig heeft betaald. De griffier had de belanghebbende herhaaldelijk in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te voldoen, maar de aangetekende brief van 7 juli 2022, waarin de belanghebbende werd verzocht het griffierecht te betalen, is ongeopend terugontvangen. Een tweede poging om de belanghebbende te bereiken met een gewone postbrief op 1 augustus 2022 heeft ook niet geleid tot betaling.
Aangezien het griffierecht niet op tijd is betaald, heeft de rechtbank op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en heeft de beroepen van de belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.