ECLI:NL:RBZWB:2022:5518
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
In de zaak tussen de belanghebbende en de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 september 2022 uitspraak gedaan. De belanghebbende had beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 14 april 2022, betreffende een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet tijdig heeft betaald.
De rechtbank heeft in haar overwegingen aangegeven dat volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het griffierecht moet worden betaald om een beroep in te dienen. De griffier had de belanghebbende per aangetekende brief op 1 juli 2022 in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen vier weken te betalen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de brief door de belanghebbende is afgehaald, maar dat het griffierecht niet op tijd is voldaan.
Hierdoor is de rechtbank genoodzaakt om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, zonder dat er een zitting heeft plaatsgevonden, zoals mogelijk is onder artikel 8:54 van de Awb. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. De belanghebbende heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.