ECLI:NL:RBZWB:2022:5411
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Roosendaal inzake onroerendezaakbelasting
Op 16 september 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een belanghebbende en de heffingsambtenaar van de gemeente Roosendaal. De belanghebbende had beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 15 februari 2022, die betrekking had op de vastgestelde waarde van een pand en de daarbij opgelegde aanslagen onroerendezaakbelasting en watersysteemheffing. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de belanghebbende geen gronden van beroep heeft ingediend in het beroepschrift. Dit is in strijd met artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat vereist dat de gronden van het beroep worden vermeld.
De rechtbank heeft de belanghebbende in de gelegenheid gesteld om dit verzuim te herstellen, maar ondanks herhaalde verzoeken heeft de belanghebbende geen gronden ingediend. Hierdoor kon de rechtbank, conform artikel 8:54 van de Awb, zonder zitting uitspraak doen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep niet-ontvankelijk is verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.