ECLI:NL:RBZWB:2022:5410
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbrekende ondertekening en niet overleggen van besluit
Op 16 september 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE-22-1972, waarbij belanghebbende, een inwoner van een niet gespecificeerde plaats, beroep heeft ingesteld tegen een beschikking op basis van de Wet waardering onroerende zaken. Belanghebbende heeft een e-mail, die gericht was aan de afdeling belastingen van de gemeente Oisterwijk, per post naar de rechtbank gestuurd, in de veronderstelling dat dit een beroepschrift was. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het beroepschrift niet was ondertekend en er geen kopie van het bestreden besluit was bijgevoegd.
De rechtbank heeft belanghebbende in de gelegenheid gesteld om het verzuim te herstellen door middel van een brief van 8 april 2022, gevolgd door een aangetekende brief op 22 juni 2022, waarin een laatste termijn werd gegeven. Ondanks deze verzoeken heeft belanghebbende het beroepschrift niet ondertekend en geen kopie van het bestreden besluit ingediend. Hierdoor kon de rechtbank, conform artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht, het beroep niet-ontvankelijk verklaren.
De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de uitspraak openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van N. Plasman, griffier. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen, met de mogelijkheid voor belanghebbende om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.