ECLI:NL:RBZWB:2022:5408
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
Op 16 september 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een belanghebbende en de inspecteur van de belastingdienst. Het beroep van de belanghebbende betreft de aanslag vennootschapsbelasting over het tijdvak van 23 juli 2020 tot en met 31 december 2020, met bijbehorende verzuimboete. De rechtbank heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard omdat de belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 365,- niet tijdig heeft betaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat de griffier de belanghebbende herhaaldelijk in de gelegenheid heeft gesteld om het griffierecht te voldoen, maar dat de belanghebbende hieraan geen gehoor heeft gegeven. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank concludeert dat het niet tijdig betalen van het griffierecht niet verontschuldigbaar is, en daarom het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen.