ECLI:NL:RBZWB:2022:5405
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake Participatiewet door te late indiening beroepschrift
Op 16 september 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, woonachtig in [plaatsnaam], en het dagelijks bestuur van de Uitvoeringsorganisatie Baanbrekers. Eiseres had beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van 24 februari 2022, waarbij haar aanvraag ingevolge de Participatiewet buiten behandeling was gesteld. De rechtbank heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank overweegt dat voor het indienen van een beroepschrift een termijn van zes weken geldt, die begint op de dag na de bekendmaking van het besluit. In dit geval is het bestreden besluit op 25 februari 2022 bekendgemaakt, waardoor de termijn eindigde op 8 april 2022. Eiseres heeft het beroepschrift met PostNL verstuurd, maar het is pas op 25 april 2022 bij de rechtbank ontvangen, wat later is dan de toegestane termijn.
Eiseres heeft aangevoerd dat de maatschappelijke werkster die het beroepschrift zou opstellen, besmet was met COVID-19, waardoor het beroepschrift niet tijdig kon worden ingediend. De rechtbank oordeelt echter dat dit geen verontschuldiging is voor de te late indiening, aangezien het handelen van een door eiseres ingeschakelde gemachtigde voor haar rekening en risico komt. Eiseres heeft niet aangetoond dat zij gedurende de gehele termijn niet in staat was om zelf een beroepschrift in te dienen.
De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is en er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. L.P. Hertsig, rechter, in aanwezigheid van D. Alblas, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.