Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 februari 2022 in de zaak tussen
[naam eiser] , te [plaatsnaam] , eiser
De korpschef van politie, verweerder.
Procesverloop
De korpschef heeft een verweerschrift ingediend.
Overwegingen
de uitlegvan de tussen partijen overeengekomen vertrekregeling zoals neergelegd in dat besluit.
- Om betrokkene, middels het bijgevoegde ontslagbesluit, per 1 januari 1998 eervol ontslag te verlenen op grond van artikel 95, lid 1 van het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp), zijnde een ontslag op andere gronden, dan die welke in artikel 94 van het Barp zijn geregeld op waarnaar in dat artikel wordt verwezen;
- Op grond van artikel 95, lid 2, van het Barp een regeling te treffen waarbij betrokkene een uitkering wordt toegekend die met het oog op de omstandigheden redelijk is te achten;
- Voornoemde financiële regeling bestaat uit het onverkort van toepassing verklaren voor betrokkene van het Rijkswachtgeldbesluit 1959 zoals dat gold op 31 december 1995;
- Betrokkene mitsdien een wachtgelduitkering toe te kennen op voet van het Rijkswachtgeldbesluit 1959, zoals dit gold op 31 december 1995;
- […]
- […]
- Ter compensatie van de inkomensachtergang welke ontstaat door het wegvallen van de variabele component van de inconveniententoelage, een afbouwtoelage wordt betrokken in de berekeningstoelage van het toe te kennen wachtgeld, hierbij uitgaande van het gefixeerde bedrag van f 200,- (zijde 100%);
- Laatstgenoemde toelage zal het eerste jaar na ontslag 100% bedragen, het tweede jaar 75% en het derde jaar 50%;
- Na drie jaar voornoemde toelage zal worden beëindigd;
- […]
. Conclusie