ECLI:NL:RBZWB:2022:5244
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken machtiging en beroepsgronden
Op 9 september 2022 heeft de enkelvoudige kamer van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een belanghebbende en de heffingsambtenaar van de gemeente Waalwijk. De zaak betreft een beroep tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 20 december 2021, die betrekking heeft op de vastgestelde waarde van een onroerend goed. De gemachtigde van de belanghebbende heeft gereageerd op deze uitspraak, maar de rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit is gebaseerd op het feit dat de gemachtigde geen machtiging heeft overgelegd waaruit blijkt dat hij bevoegd is om namens de belanghebbende beroep in te stellen, en dat er geen beroepsgronden zijn vermeld in het beroepschrift. De rechtbank heeft de gemachtigde meerdere keren verzocht om deze verzuimen te herstellen, maar dit is niet gebeurd. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank besloten het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, zonder dat er een zitting heeft plaatsgevonden, zoals mogelijk is onder artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.