ECLI:NL:RBZWB:2022:524

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
2 februari 2022
Publicatiedatum
3 februari 2022
Zaaknummer
C/02/394195 / KG RK 22-78
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • Mr. Hermans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot opheffing van thuisquarantaine voor kort verblijf in Nederland na inreis uit zeer hoogrisicogebied

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 2 februari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot opheffing van de thuisquarantaineplicht voor een verzoeker die vanuit Argentinië naar Nederland reist. De verzoeker, die volledig is gevaccineerd met het Janssenvaccin en recentelijk corona heeft gehad, heeft verzocht om de verplichting tot thuisquarantaine op te heffen, zodat hij zijn ouders in Breda kan bezoeken voordat hij doorreist naar Ierland. De voorzieningenrechter heeft de procedure beoordeeld op basis van de Wet publieke gezondheid (WPG) en de tijdelijke regeling maatregelen covid-19.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de verzoeker op grond van artikel 58nb WPG verplicht is om in quarantaine te gaan, aangezien Argentinië is aangewezen als zeer hoogrisicogebied. Hoewel er uitzonderingen zijn voor personen die een boostervaccinatie hebben ontvangen, is deze uitzondering niet van toepassing op de verzoeker. De rechter heeft ook gekeken naar de mogelijkheid van uitzonderingen voor noodzakelijke bezoeken aan familieleden, maar oordeelde dat de noodzaak voor het bezoek van de verzoeker niet voldoende was onderbouwd.

Echter, de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de reeds geboekte vlucht naar Ierland een bijzondere omstandigheid vormt. Daarom heeft de rechter besloten om de quarantaineplicht op te heffen met ingang van 9 februari 2022, onder de voorwaarde dat de ouders van de verzoeker hem ophalen van Schiphol en naar Eindhoven Airport brengen voor zijn vlucht naar Ierland. Gedurende zijn verblijf in Nederland moet de verzoeker zich aan de quarantaineregels houden en in thuisquarantaine verblijven bij zijn ouders.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Locatie Breda
Cluster II Handelszaken
zaaknummer / rekestnummer: C/02/394195 / KG RK 22-78
Beschikking van de voorzieningenrechter van 2 februari 2022
in de zaak van
[verzoeker],
wonende te Sant Agustí des Vedrà (Spanje),
verzoeker,
verschenen in persoon.

1.Procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
– het verzoek van 31 januari 2022,
– het door verzoeker ingevulde standaardformulier, met 1 bijlage, van 31 januari 2022,
– de mondelinge behandeling, gehouden via Skype op 1 februari 2022.
1.2.
Vervolgens is beschikking bepaald.

2.Het verzoek en de gronden daarvoor

2.1.
Verzoeker heeft verzocht om opheffing van de ten aanzien van hem op grond van artikel 58nb Wet publieke gezondheid (hierna: WPG) geldende verplichting om in thuisquarantaine te gaan, zodat hij zijn familie kan bezoeken. Verzoeker stelt dat hij volledig is gevaccineerd met het Janssenvaccin en dat hij drie weken geleden corona heeft gehad. Omdat er geen mogelijkheid was om snel te testen, heeft hij geen herstelbewijs. Wel beschikt hij over een QR-code en test hij inmiddels weer negatief. Verzoeker komt vanuit Argentinië op 6 februari a.s. aan op Schiphol. Hij vliegt op 9 februari a.s. vanuit Eindhoven door naar Ierland. In de tussenliggende periode wil hij zijn ouders bezoeken in Breda.

3.De beoordeling

3.1.
Op grond van artikel 58nb lid 1 WPG dient degene die vanuit een bij ministeriële regeling aangewezen gebied Nederland inreist onverwijld na die inreis in thuisquarantaine te gaan op zijn woonadres of het krachtens artikel 58ne WPG opgegeven adres van een verblijfplaats. Verzoeker vliegt vanuit Argentinië naar Nederland. Bij Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 28 mei 2021, kenmerk 2369504-1009748-PDC19 houdende aanwijzing van hoogrisicogebieden en zeer hoogrisicogebieden als bedoeld in artikel 7.2 van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19, is Argentinië aangewezen als zeer hoog risicogebied in de zin van de WPG. Op verzoeker rust derhalve de verplichting om in (thuis)quarantaine te gaan. Weliswaar wordt met ingang van 2 februari 2022 deze verplichting opgeheven ten aanzien van personen die een boostervaccinatie hebben ontvangen, minimaal 7 dagen voorafgaand aan hun aankomst in Nederland, maar deze uitzondering is niet op verzoeker van toepassing.
3.2.
Op grond van artikel 58nc lid 1 en 3 WPG jo artikel 6.19 lid 6 Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 zijn er diverse categorieën personen uitgezonderd van de quarantaineplicht. Een van die categorieën aangewezen personen zijn personen die inreizen in verband met een noodzakelijk bezoek aan eerstegraads en tweedegraads familieleden (artikel 6.19 lid 6 sub a Tijdelijke regeling maatregelen covid-19). De voorzieningenrechter is van oordeel dat deze uitzondering niet op verzoeker van toepassing is, nu de noodzaak om zijn ouders te bezoeken gesteld noch gebleken is. Dat betekent dat de quarantaineplicht van artikel 58nb lid 1 WPG voor verzoeker geldt en dat hij in Nederland in quarantaine moet blijven voor een termijn van 10 dagen, tenzij hij na 5 dagen negatief test (artikel 58nb lid 3 WPG jo artikel 6.19 lid 2 Tijdelijke regeling maatregelen covid-19). De vraag is vervolgens of er bijzondere omstandigheden zijn die een afwijking van deze hoofdregel rechtvaardigen.
3.3.
Verzoeker stelt dat hij zijn ouders in Nederland heeft bezocht met de kerstdagen en vanuit Nederland rechtstreeks naar Argentinië is gevlogen voor een periode van zes weken voor werk en vakantie. Hij zou daarna met zijn partner naar Ierland vliegen voor een verblijf van een maand in verband met het werk van zijn partner. Aangezien hij een retourticket had geboekt voor zijn vlucht naar Argentinië, zou hij eerst naar Nederland komen om vervolgens door te vliegen naar Ierland. Dat leek ten tijde van het boeken van de vluchten nog geen probleem, omdat er toen andere maatregelen golden. Om die reden had hij het plan opgevat om een paar dagen op familiebezoek te gaan, voordat hij zou doorvliegen naar Ierland. Hij heeft geen woonadres in Nederland, maar wel een verblijfplaats, namelijk het adres van zijn ouders in Breda. Daar kan hij in quarantaine, maar niet de verplichte 10 dagen, omdat hij al na 4 dagen doorreist naar Ierland. Hij weet niet of hij op het vliegveld zal worden tegengehouden om door te vliegen, vanwege het feit dat hij formeel dan nog in quarantaine zit, aldus verzoeker.
3.4.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat de reeds geboekte vlucht naar Ierland onder voornoemde omstandigheden een bijzondere omstandigheid vormt om de quarantaineplicht op te heffen met ingang van 9 februari a.s., zodat verzoeker in de gelegenheid is om door te reizen naar Ierland. Daarbij geldt als voorwaarde dat zijn ouders hem ophalen op Schiphol en wegbrengen naar Eindhoven Airport, vanwaar zijn vliegtuig naar Ierland vertrekt. In de tussenliggende periode is verzoeker gehouden aan de quarantaineregels en dient hij bij zijn ouders in thuisquarantaine te gaan. Met deze beperkingen is gewaarborgd dat verzoeker met zo min mogelijk personen in aanraking komt tijdens zijn korte verblijf in Nederland.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter:
heft de verplichting tot thuisquarantaine ten aanzien van verzoeker op met ingang van 9 februari 2022, onder de voorwaarden genoemd onder 3.4.
Deze beschikking is gegeven door mr. Hermans en in het openbaar uitgesproken op 2 februari 2022. [1]

Voetnoten

1.type: mvda