Uitspraak
Rechtbank den haag
DE STAAT DER NEDERLANDEN
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft verzoekster, die op 6 februari 2022 vanuit Argentinië naar Nederland reist, verzocht om opheffing van de thuisquarantaineplicht die op haar rust op grond van artikel 58nb van de Wet publieke gezondheid (WPG). Verzoekster is volledig gevaccineerd met het Janssenvaccin en heeft recentelijk corona gehad, wat zij aanvoert als redenen om de quarantaineplicht te laten vervallen. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat er geen sprake is van de wettelijke uitzonderingsgronden die in artikel 58nc WPG zijn opgenomen. De wet verplicht verzoekster om na haar aankomst in Nederland in quarantaine te gaan, ongeacht haar vaccinatiestatus of eerdere besmetting. De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat het feit dat verzoekster al een vliegticket heeft voor een vlucht naar Ierland, niet kan leiden tot ontheffing van de quarantaineplicht, aangezien deze vlucht binnen de verplichte vijfdagentermijn na aankomst in Nederland valt. De voorzieningenrechter heeft het verzoek van verzoekster afgewezen, met de overweging dat de wettelijke regels strikt zijn en dat de gezondheid van de bevolking voorop staat. De mondelinge uitspraak vond plaats op 4 februari 2022 via een Zoom-verbinding, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht.