ECLI:NL:RBZWB:2022:5079

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
1 september 2022
Publicatiedatum
1 september 2022
Zaaknummer
21/1234
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het beroep tegen de verzuimboete opgelegd bij aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedaan op 1 september 2022, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de verzuimboete die gelijktijdig met de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2017 is opgelegd, beoordeeld. De rechtbank heeft op 18 augustus 2022 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van de belanghebbende zich niet op de zitting heeft laten zien. De inspecteur van de belastingdienst heeft ter zitting toegezegd dat de verzuimboete komt te vervallen, wat de rechtbank heeft overgenomen in haar beslissing.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak op bezwaar en de boetebeschikking. Tevens wordt bepaald dat de inspecteur het griffierecht van € 49,- aan de belanghebbende moet vergoeden. De rechtbank kent de belanghebbende een proceskostenvergoeding toe van € 759,- voor de door een derde verleende rechtsbijstand, maar kent geen kostenvergoeding toe voor de bezwaarfase, omdat daar geen verzoek voor is gedaan. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 21/1234
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 september 2022 in de zaak tussen
[belanghebbende], uit [woonplaats] (Duitsland), belanghebbende
(gemachtigde: C.H.M. Klappe)
en
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur

1.Inleiding

1.1.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de inspecteur op het bezwaar van belanghebbende tegen de aan hem gelijktijdig met de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2017 bij beschikking opgelegde verzuimboete.
1.2.
De rechtbank heeft het beroep op 18 augustus 2022 op zitting behandeld. Hieraan hebben namens de inspecteur deelgenomen [inspecteur 1] , [inspecteur 2] en [inspecteur 3] . De gemachtigde van belanghebbende heeft de rechtbank op 16 augustus 2022 bericht niet op zitting aanwezig te zullen zijn.

2.Beoordeling door de rechtbank

2.1.
Ter zitting heeft de inspecteur toegezegd dat de verzuimboete komt te vervallen. De rechtbank zal dienovereenkomstig beslissen.
2.2.
Belanghebbende heeft recht op een proceskostenvergoeding voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand ter zake van het indienen van het beroep en op vergoeding van het betaalde griffierecht. De rechtbank kent geen kostenvergoeding toe voor de bezwaarfase nu daar geen verzoek voor is gedaan.
2.3.
De rechtbank stelt de te vergoeden kosten op de voet van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 759
(1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 759 en een wegingsfactor 1).

3.Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vernietigt de boetebeschikking;
- bepaalt dat de inspecteur het griffierecht van € 49,- aan belanghebbende moet vergoeden;
- veroordeelt de inspecteur tot betaling van € 759 aan proceskosten van belanghebbende.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, rechter, in aanwezigheid van mr. R.J.M. de Fouw, griffier, op 1 september 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Aan deze uitspraak hoeft eerst uitvoering te worden gegeven als de uitspraak onherroepelijk is geworden. De uitspraak is onherroepelijk als niet binnen zes weken na verzending van de uitspraak een rechtsmiddel is aangewend of onherroepelijk op het aangewende rechtsmiddel is beslist (artikel 27h, derde lid en artikel 28, zevende lid AWR).
Informatie over hoger beroep
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583,
5201 CZ ’s-Hertogenbosch.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.
Voor burgers is het mogelijk hoger beroep digitaal in te stellen. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de formulieren op Rechtspraak.nl / Digitaal loket bestuursrecht.