ECLI:NL:RBZWB:2022:5079
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de verzuimboete opgelegd bij aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedaan op 1 september 2022, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de verzuimboete die gelijktijdig met de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2017 is opgelegd, beoordeeld. De rechtbank heeft op 18 augustus 2022 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van de belanghebbende zich niet op de zitting heeft laten zien. De inspecteur van de belastingdienst heeft ter zitting toegezegd dat de verzuimboete komt te vervallen, wat de rechtbank heeft overgenomen in haar beslissing.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak op bezwaar en de boetebeschikking. Tevens wordt bepaald dat de inspecteur het griffierecht van € 49,- aan de belanghebbende moet vergoeden. De rechtbank kent de belanghebbende een proceskostenvergoeding toe van € 759,- voor de door een derde verleende rechtsbijstand, maar kent geen kostenvergoeding toe voor de bezwaarfase, omdat daar geen verzoek voor is gedaan. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.