ECLI:NL:RBZWB:2022:4936
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake WIA-uitkering door gebrek aan motivering
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. V.Y. Merkestein, een beroepschrift ingediend tegen een besluit van het UWV van 1 juni 2022, waarbij de WIA-uitkering van haar (ex-)werknemer per 16 januari 2022 werd verlaagd naar de klasse 45-55%. De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft de behandeling ter zitting achterwege gelaten op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Awb. Eiseres heeft in haar beroepschrift geen enkele motivering of concrete beroepsgrond opgenomen, maar enkel aangegeven gebruik te willen maken van haar recht op beroep. De rechtbank heeft eiseres in de gelegenheid gesteld om dit verzuim te herstellen, maar eiseres heeft aangegeven geen beroepsgronden te kunnen formuleren omdat zij geen dossierstukken van het UWV heeft ontvangen. De rechtbank oordeelt dat het UWV het bestreden besluit voldoende heeft gemotiveerd en dat eiseres, als werkgever, in grote lijnen bekend moet zijn met de systematiek van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling. Het ontbreken van dossierstukken ontslaat eiseres niet van de verplichting om een concreet standpunt in te nemen. Aangezien het verzuim niet verschoonbaar is, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk.