ECLI:NL:RBZWB:2022:4620
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken machtiging
Op 16 augustus 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een belanghebbende en de heffingsambtenaar van de gemeente Oisterwijk. De belanghebbende had beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 11 februari 2022, betreffende de vastgestelde waarde van een onroerend goed. Het beroepschrift werd echter door de rechtbank Oost-Brabant doorgezonden naar de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, omdat deze laatste bevoegd was om het beroep te behandelen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de gemachtigde van de belanghebbende geen machtiging had overgelegd waaruit blijkt dat hij bevoegd was om namens de belanghebbende beroep in te stellen. De rechtbank heeft de gemachtigde herhaaldelijk verzocht om dit verzuim te herstellen, maar dit is niet gebeurd. Op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft de rechtbank zonder zitting uitspraak gedaan.
De rechtbank heeft ook het verzoek om immateriële schadevergoeding afgewezen, omdat de redelijke termijn in eerste aanleg niet is overschreden. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.