ECLI:NL:RBZWB:2022:4616

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
12 augustus 2022
Publicatiedatum
9 augustus 2022
Zaaknummer
BRE-22-1782
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroepen wegens ontbreken juiste machtiging in belastingzaken

Op 12 augustus 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij dr. M.C.J.M. van Hooijdonk als belanghebbende optreedt tegen de heffingsambtenaar van de gemeente Breda. De rechtbank heeft de beroepen niet-ontvankelijk verklaard omdat de gemachtigde van de belanghebbende geen juiste machtiging heeft overgelegd. De gemachtigde had bij het beroepschrift een machtiging ingediend, maar deze bevatte niet de naam van de persoon die de machtiging had verstrekt, waardoor de rechtbank niet kon vaststellen wie de machtiging had gegeven. De rechtbank heeft de gemachtigde in de gelegenheid gesteld om dit verzuim te herstellen, maar de gemachtigde heeft binnen de gestelde termijn geen geldige machtiging ingediend.

De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan, omdat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn. De rechtbank heeft ook het verzoek om vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke behandeltermijn afgewezen, omdat deze termijn in eerste aanleg niet is overschreden. De beslissing van de rechtbank houdt in dat de beroepen niet-ontvankelijk worden verklaard en dat het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht
zaaknummers: BRE 22/1782 tot en met 22/1836

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 augustus 2022 in de zaken tussen

dr. M.C.J.M. van Hooijdonk, uit [woonplaats] , belanghebbende,

(gesteld gemachtigde: mr. D.A.N. Bartels),
en

De heffingsambtenaar van de gemeente Breda, de heffingsambtenaar.

Procesverloop

De gesteld gemachtigde heeft tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 14 februari 2022 (de uitspraak op bezwaar) beroep ingesteld. De beroepen zien op de bij beschikking krachtens de Wet waardering onroerende zaken vastgestelde waarde van de volgende panden met aanslagnummer [aanslagnummer] .
Zaaknummer
Object
Zaaknummer
Object
22/1782
[adres 1]
22/1810
[adres 29]
22/1783
[adres 2]
22/1811
[adres 30]
22/1784
[adres 3]
22/1812
[adres 31]
22/1785
[adres 4]
22/1813
[adres 32]
22/1786
[adres 5]
22/1814
[adres 33]
22/1787
[adres 6]
22/1815
[adres 34]
22/1788
[adres 7]
22/1816
[adres 35]
22/1789
[adres 8]
22/1817
[adres 36]
22/1790
[adres 9]
22/1818
[adres 37]
22/1791
[adres 10]
22/1819
[adres 38]
22/1792
[adres 11]
22/1820
[adres 39]
22/1793
[adres 12]
22/1821
[adres 40]
22/1794
[adres 13]
22/1822
[adres 41]
22/1795
[adres 14]
22/1823
[adres 42]
22/1796
[adres 16]
22/1824
[adres 43]
22/1797
[adres 17]
22/1825
[adres 44]
22/1798
[adres 18]
22/1826
[adres 45]
22/1799
[adres 19]
22/1827
[adres 46]
22/1800
[adres 20]
22/1828
[adres 47]
22/1801
[adres 21]
22/1829
[adres 48]
22/1802
[adres 22]
22/1830
[adres 49]
22/1803
[adres 23]
22/1831
[adres 50]
22/1804
[adres 24]
22/1832
[adres 51]
22/1805
[adres 25]
22/1833
[adres 52]
22/1806
[adres 26]
22/1834
[adres 53]
22/1807
[adres 26]
22/1835
[adres 54]
22/1808
[adres 27]
22/1836
[adres 55]
22/1809
[adres 28]

Overwegingen

Omdat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn.
Iemand die namens een ander beroep instelt, moet op verzoek van de rechtbank een machtiging indienen om aan te tonen dat hij namens die ander beroep mag instellen. Dit staat in artikel 8:24, tweede lid, van de Awb. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren.
De gesteld gemachtigde heeft bij het beroepschrift een machtiging bijgevoegd zonder de naam van de ondergetekende persoon, waardoor niet vast te stellen is wie de machtiging heeft verstrekt.
De griffier heeft de gesteld gemachtigde daar bij aangetekende brief van 1 juni 2022 op gewezen en de mogelijkheid geboden om binnen twee weken dit verzuim te herstellen. Bij aangetekende brief van 22 juni 2022 is de gesteld gemachtigde nogmaals in de gelegenheid gesteld een geldige machtiging te overleggen met een laatste termijn van vier weken. Volgens gegevens van Track&Trace van PostNL zijn de brieven afgehaald op een afhaallocatie van PostNL.
De gesteld gemachtigde heeft binnen die termijn geen (juiste) machtiging ingediend. De beroepen zijn daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De gesteld gemachtigde heeft tevens verzocht om een vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke behandeltermijn. Omdat de redelijke behandeltermijn in eerste aanleg niet is overschreden, wijst de rechtbank dit verzoek af.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart de beroepen niet-ontvankelijk;
- wijst het verzoek om vergoeding van immateriële schade af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van N. Plasman, griffier, op 12 augustus 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier, De rechter,
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.