ECLI:NL:RBZWB:2022:4614
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet volledig betalen griffierecht in belastingzaak
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 augustus 2022 uitspraak gedaan in een belastingrechtelijke kwestie. De belanghebbende, die in beroep ging tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Breda, had niet volledig voldaan aan het griffierecht. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de belanghebbende niet tijdig het volledige griffierecht van € 365,- heeft betaald. De rechtbank heeft de belanghebbende in de gelegenheid gesteld om zijn beroep op betalingsonmacht te onderbouwen, maar hierop is niet (tijdig) gereageerd. De griffier heeft de belanghebbende herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en de gevolgen van het niet tijdig betalen. Ondanks dat de belanghebbende gedeeltelijk had betaald, was dit niet voldoende om het beroep ontvankelijk te verklaren. De rechtbank heeft ook het verzoek van de belanghebbende om een vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke behandeltermijn afgewezen, omdat deze termijn in eerste aanleg niet was overschreden. De rechtbank heeft uiteindelijk het beroep niet-ontvankelijk verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.