ECLI:NL:RBZWB:2022:4581
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken machtiging
Op 12 augustus 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE 22/2070, waarbij het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk is verklaard. De belanghebbende, vertegenwoordigd door mr. D.A.N. Bartels, had beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Hilvarenbeek van 11 februari 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat mr. Bartels geen machtiging had ingediend om namens de belanghebbende beroep in te stellen, zoals vereist volgens artikel 8:24, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft mr. Bartels herhaaldelijk verzocht om dit verzuim te herstellen, maar dit is niet gebeurd. Gezien het ontbreken van de vereiste machtiging, heeft de rechtbank het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Daarnaast heeft de rechtbank het verzoek om immateriële schadevergoeding afgewezen, omdat de redelijke termijn in eerste aanleg niet is overschreden. Er was ook geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door rechter mr. S.A.J. Bastiaansen, in aanwezigheid van griffier P. van der Hoeven, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Partijen zijn op de hoogte gesteld van de uitspraak en hebben de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.