ECLI:NL:RBZWB:2022:4580
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken machtiging
Op 12 augustus 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen de belanghebbende en de heffingsambtenaar van de gemeente Hilvarenbeek. De belanghebbende, vertegenwoordigd door mr. D.A.N. Bartels, heeft beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 11 februari 2022. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat mr. Bartels geen machtiging heeft overgelegd waaruit blijkt dat hij bevoegd is om namens de belanghebbende beroep in te stellen.
De rechtbank heeft mr. Bartels meerdere keren verzocht om dit verzuim te herstellen, maar hij heeft binnen de gestelde termijn geen machtiging ingediend. Gezien het ontbreken van deze machtiging, heeft de rechtbank op basis van artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Daarnaast heeft de rechtbank het verzoek om immateriële schadevergoeding afgewezen, omdat de redelijke termijn in eerste aanleg niet is overschreden. Er is ook geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Partijen zijn op de hoogte gesteld van deze uitspraak, en er is een mogelijkheid voor de belanghebbende om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.