ECLI:NL:RBZWB:2022:4578
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken volmacht in belastingzaak
Op 12 augustus 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE 22/2073, waarin de belanghebbende, vertegenwoordigd door mr. D.A.N. Bartels, beroep heeft ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Hilvarenbeek. Het beroep was ingesteld tegen een beslissing van de heffingsambtenaar van 11 februari 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat mr. Bartels geen machtiging heeft overgelegd waaruit blijkt dat hij bevoegd is om namens de belanghebbende beroep in te stellen. Dit is in strijd met artikel 8:24, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft mr. Bartels herhaaldelijk verzocht om dit verzuim te herstellen, maar hij heeft binnen de gestelde termijn geen machtiging ingediend. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard op basis van artikel 6:6 van de Awb. Daarnaast heeft de rechtbank het verzoek om immateriële schadevergoeding afgewezen, omdat de redelijke termijn in eerste aanleg niet is overschreden. Er is ook geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Partijen zijn op de hoogte gesteld van de uitspraak en hebben de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.