ECLI:NL:RBZWB:2022:4576
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar wegens overschrijding bezwaartermijn
Op 12 augustus 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een belanghebbende en de heffingsambtenaar van Sabewa Zeeland. De belanghebbende had een beroepschrift ingediend tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar, die op 3 februari 2022 had besloten het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren wegens overschrijding van de bezwaartermijn. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en de uitspraak op bezwaar vernietigd.
De rechtbank overweegt dat de heffingsambtenaar het bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken, en deze termijn begint op de dag na de dagtekening van het aanslagbiljet of de beschikking. De heffingsambtenaar had niet aangetoond dat de aanslag tijdig was verzonden, waardoor de rechtbank oordeelt dat het bezwaar wel degelijk ontvankelijk was. De rechtbank wijst erop dat het aan de heffingsambtenaar is om de verzending van de aanslag aan de belanghebbende aannemelijk te maken.
De rechtbank draagt de heffingsambtenaar op om met inachtneming van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen. Tevens moet de heffingsambtenaar het door de belanghebbende betaalde griffierecht van € 50,- vergoeden. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, omdat niet is aangetoond dat de belanghebbende kosten heeft gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen. Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.