ECLI:NL:RBZWB:2022:4574
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken volledige volmacht
Op 12 augustus 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE 22/792, waarbij het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk is verklaard. De belanghebbende, vertegenwoordigd door mr. D.A.N. Bartels, had beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking West-Brabant van 31 januari 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat mr. Bartels geen geldige machtiging had overgelegd waaruit bleek dat hij bevoegd was om namens de belanghebbende beroep in te stellen. Dit is in strijd met artikel 8:24, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft mr. Bartels meerdere keren in de gelegenheid gesteld om de ontbrekende machtiging te overleggen, maar deze is niet tijdig ingediend. De rechtbank heeft op basis van artikel 6:6 van de Awb het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Daarnaast heeft de rechtbank het verzoek om immateriële schadevergoeding afgewezen, omdat de redelijke behandeltermijn in eerste aanleg niet is overschreden. Er was ook geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Partijen zijn op de hoogte gesteld van de uitspraak en hebben de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.