ECLI:NL:RBZWB:2022:4531

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 augustus 2022
Publicatiedatum
5 augustus 2022
Zaaknummer
02/801221-09
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling en voorwaarden voor dwangverpleging

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 augustus 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, die eerder was veroordeeld voor doodslag en mishandeling. De rechtbank moest zich buigen over de vraag of de voorwaarden voor de tbs, waaronder een time-out in een kliniek, gehandhaafd moesten blijven, in het licht van een recent arrest van de Hoge Raad. De rechtbank overweegt dat de time-out een essentieel onderdeel is van het tbs-regime en dat het handhaven van deze voorwaarde in het belang is van zowel de maatschappij als de betrokkene. De rechtbank concludeert dat de betrokkene, ondanks zijn vooruitgang in resocialisatie, nog steeds onderhevig is aan risico's die een verlenging van de tbs rechtvaardigen. De rechtbank heeft de tbs met één jaar verlengd, met handhaving van de eerder opgelegde voorwaarden, en benadrukt dat de betrokkene de komende tijd moet blijven werken aan zijn resocialisatie.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02/801221-09
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 4 augustus 2022
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1987
verblijvende aan de Eerste Donk 128, 5233 HP ’s-Hertogenbosch

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie d.d. 14 juni 2022, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met één jaar;
- het advies van de reclassering van d.d. 2 juni 2022, waarin onder andere wordt ingegaan op de naleving van de voorwaarden;
- het psychiatrisch onderzoek en advies d.d. 16 mei 2022 van psychiater I. Maksimovic.

2.De procesgang

Bij vonnis van de rechtbank Breda van 1 februari 2011 is betrokkene (hierna: [betrokkene] ) wegens doodslag en mishandeling veroordeeld tot 4 jaar gevangenisstraf en tbs met verpleging van overheidswege. De tbs is op 1 augustus 2012 aangevangen.
De tbs is bij beslissing van 23 december 2021 laatstelijk verlengd voor een termijn van één jaar en daarbij is de verpleging van overheidswege voorwaardelijke beëindigd.
Daarbij zijn de volgende voorwaarden gesteld:
 [betrokkene] meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe
vaak dat nodig is;
 [betrokkene] laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig
identiteitsbewijs zien;
 [betrokkene] houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan
aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om [betrokkene] te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
 [betrokkene] helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar
Is;
  • [betrokkene] werkt mee aan huisbezoeken;
  • [betrokkene] geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of
behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
 [betrokkene] vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de
reclassering;
 [betrokkene] werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties
die contact hebben met betrokkene, als dat van belang is voor het toezicht;
  • [betrokkene] werkt mee aan een time-out in het Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) de Oostvaarderskliniek of een andere qua zorg en beveiliging vergelijkbare instelling, als de reclassering dat nodig vindt. Deze time-out duurt maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van een tweede periode van nog eens maximaal 7 weken, tot in totaal maximaal 14 weken per jaar. De time-out kan in gedeeltes worden ingezet;
  • [betrokkene] gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der
Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering;
  • [betrokkene] laat zich behandelen door PJ Professionals of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. [betrokkene] houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
  • Indien een situatie ontstaat dat [betrokkene] niet meer bij zijn vrouw in ’s-Hertogenbosch kan inwonen, achten wij het van belang dat [betrokkene] verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. [betrokkene] houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem opstelt;
  • [betrokkene] gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle
gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak [betrokkene] wordt
gecontroleerd;
 [betrokkene] gebruikt geen alcohol, en werkt mee aan urineonderzoek en ademonderzoek
(blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke
controlemiddelen en hoe vaak [betrokkene] wordt gecontroleerd;
 [betrokkene] heeft geen contact met zijn ex-vriendin en haar dochter, behalve als dit in
samenspraak is met de reclassering en/of PJ Professionals.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 21 juli 2022 is de officier van justitie, mr. A.I.M.M. Gudde gehoord. Tevens is [betrokkene] gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. J. van Rooijen. Voorts is de deskundige mw. J. Monnee, reclasseringsmedewerker, gehoord.

3.Het advies van de reclassering

De reclassering heeft in het rapport d.d. 2 juni 2022 verslag gedaan over de voortgang van de maatregel.
Uit dit verslag is gebleken dat [betrokkene] het afgelopen jaar grote stappen heeft gezet in zijn resocialisatie en dat hij zich actief inzet om zijn leven verder vorm te geven. Hij stelt zich open en kwetsbaar op in contact met de hulpverlening en de reclassering. De resocialisatie gaat gepaard met druk en spanningen en ook met terugvallen, maar (vooralsnog) zonder gevaar zettende incidenten. Het traject moet worden gecontinueerd en [betrokkene] zal meer zelfstandigheid en verantwoordelijkheid moeten gaan krijgen om de risico’s op terugval in middelengebruik en delictgedrag beheersbaar te houden. De reclassering adviseert verlenging van de tbs met één jaar om de begeleiding en behandeling van PJ Professionals en toezicht van de reclassering bij de ingezette resocialisatie verder vorm te geven.
Ter zitting heeft de deskundige mw. J. Monnee daaraan nog toegevoegd dat er nog altijd stappen worden gemaakt. Het verdere verloop van het resocialisatieproces leidt tot meer spanningen, maar dat hoort erbij en [betrokkene] wordt sterker en kan de toegenomen verantwoordelijkheden steeds beter aan. De zucht naar middelen is er nog wel en de laatste tijd ook wat meer dan voorheen, maar dat [betrokkene] er open over praat, aan de bel trekt en zich laat begeleiden, stemt de reclassering positief. Het risico is niet opgelopen ondanks de terugvallen afgelopen jaar, omdat het bij die terugvallen beperkt is gebleven tot gebruik van alcohol en niet is doorgeslagen in drugsgebruik en/of delictgedrag.
De reclassering ziet geen reden om de voorwaarden van de voorwaardelijke beëindiging aan te passen.

4.Het advies van de externe gedragsdeskundige

Uit het rapport van psychiater I. Maksimovic d.d. 16 mei 2022 blijkt dat er nog altijd sprake is van een persoonlijkheidsstoornis met borderline en antisociale trekken, ADHD en een stoornis in het middelengebruik. De ADHD is pas onlangs gediagnosticeerd en deze draagt, net als de andere stoornissen, bij aan de impulsiviteit en gebrekkige probleemoplossende vaardigheden. De belangrijkste risicobron is [betrokkene] ’ verslavingsgevoeligheid. [betrokkene] is echter gemotiveerd voor verandering en zijn copingsvaardigheden zijn duidelijk verbeterd. De redelijk stabiele thuissituatie en de adequate ambulante hulpverlening zorgen thans voor een laag risico op gewelddadig gedrag; bij het wegvallen hiervan zal het risico oplopen naar matig. De behandeling door PJ Professionals wordt als adequaat beschreven. De band met de hulpverleners is goed en de omstandigheid dat de behandeling kan worden op- en afgeschaald naar gelang de omstandigheden werkt ook goed voor [betrokkene] . De psychiater wijst ook op het belang van de systeem gerichte behandeling, systeemgesprekken en aandacht voor alcohol- en drugsterugval alsmede het gebruik van zucht remmende medicatie.
De psychiater adviseert de tbs maatregel met één jaar te verlengen omdat de voorwaardelijke beëindiging nog maar pril is en omdat er meer tijd nodig is om vast te stellen dat [betrokkene] de goede lijn weet voort te zetten. De psychiater stelt dat als dat gebeurt, de kans reëel is dat de maatregel na een jaar niet langer nodig zal zijn en het traject op vrijwillige basis kan worden voortgezet.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting bij de vordering de tbs met één jaar te verlengen gebleven. Zij complimenteert [betrokkene] met de stappen die hij heeft gezet in de afgelopen tijd. Dat [betrokkene] zo goed kan benoemen wat er speelt en wat zijn valkuilen zijn, is lovenswaardig. Er zijn echter nog wel valkuilen en het kader om hem heen helpt om te voorkomen dat hij in een valkuil valt. Het beëindigen van de maatregel is thans nog een te grote stap, maar mogelijk is de situatie over één jaar anders en kan deze dan wel vervallen.

6.Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft ter zitting verklaard dat hij [betrokkene] al lange tijd kent en dat hij heeft gezien dat [betrokkene] een goede persoonlijke groei heeft doorgemaakt. Wat hij wil en wat verstandig is, is nog niet helemaal op één lijn, maar de motivatie om op de juiste weg te blijven slaat om naar intrinsiek; hij wil zich goed blijven voelen.
[betrokkene] heeft daaraan toegevoegd dat hij weliswaar van de tbs-maatregel af wil, maar dat hij beseft dat het kader hem helpt om de goede weg te blijven bewandelen. Zijn verslaving is zijn handicap en de confrontatie daarmee blijft lastig. [betrokkene] geeft aan moeite te hebben met het contactverbod met zijn dochter.
De verdediging verzet zich niet tegen de verlenging met één jaar.

7.Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank stelt vast dat er gezien de inhoud van de rapportage van de psychiater en het advies van de reclassering nog altijd wordt voldaan aan de formele eisen waaronder de tbs-maatregel kan worden verlengd: er is nog steeds sprake van een stoornis en er is sprake van een gemiddeld recidiverisico bij het wegvallen van de tbs-maatregel. De rechtbank is dan ook – met de verdediging en de officier van justitie – van oordeel dat de tbs-maatregel met één jaar dient te worden verlengd, maar dat, gelet op de positieve ontwikkeling die [betrokkene] heeft doorgemaakt, de openheid die hij geeft, de intrinsieke motivatie die hij laat zien om op de juiste weg te blijven, zonder middelen en mét behulp van zijn partner, de hulpverlening en de reclassering, een compliment aan [betrokkene] op zijn plaats is.
De voorwaardelijke beëindiging is nog relatief recent, van december 2021, en het is aan [betrokkene] om de komende tijd te laten zien dat hij de positieve lijn kan volhouden. Er zullen meer uitdagingen op zijn weg komen, op werk- en op relationeel gebied, er zal een groter beroep worden gedaan op zijn zelfstandigheid en verantwoordelijkheden en er zullen nog obstakels volgen in het resocialisatieproces. Indien de lijn zich voortzet, kan volgend jaar mogelijk worden gesproken over een beëindiging van de tbs maatregel.
De voorwaarde “time-out”
Ten aanzien van de voorwaarde “
meewerken aan een time-out in het Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) de Oostvaarderskliniek of een andere qua zorg en beveiliging vergelijkbare instelling, als de reclassering dat nodig vindt. Deze time-out duurt maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van een tweede periode van nog eens maximaal 7 weken, tot in totaal maximaal 14 weken per jaar. De time-out kan in gedeeltes worden ingezet” overweegt de rechtbank als volgt.
De Hoge Raad heeft op 12 juli 2022 geoordeeld dat, in geval als bijzondere voorwaarde bij een (gedeeltelijk) voorwaardelijke straf opneming van de veroordeelde in een zorginstelling o.g.v. artikel 14c lid 2, aanhef en onder 10° Sr wordt gesteld, de beslissing of zich de noodzaak voordoet van opneming en voor welke duur is voorbehouden aan de rechter en deze niet aan de reclassering overgelaten mag worden (ECLI:NL:HR:2022:1027).
De rechtbank heeft ter zitting ambtshalve aan de orde gesteld of deze uitspraak gevolgen heeft voor de vergelijkbare voorwaarde in het kader van de voorwaardelijke beëindiging van de tbs-maatregel met dwangverpleging. Hoewel de voorwaarden in het kader van de tbs-maatregel een andere grondslag hebben, heeft de Hoge Raad zich op vergelijkbare wijze uitgelaten over de voorwaarde om in het kader van een tbs-maatregel over te gaan tot opname ter behandeling (HR 25 mei 1993, NJ 1993/745).
De rechtbank staat daarom voor de vraag of het noodzakelijk is de voorwaarde in het kader van de voorwaardelijke beëindiging van [betrokkene] te wijzigen of schrappen, of dat er redenen zijn in het kader van een tbs-maatregel een andere afweging te maken. De rechtbank is van oordeel dat dat laatste het geval is. Ten eerste is de maatregel van de time-out een vast onderdeel van het tbs-regime, zowel intra- als extramuraal. Door de time-out in de extramurale fase te schrappen of op een andere wijze vorm te geven zou de structuur van de uitvoering van de tbs-maatregel worden aangetast. Hierbij weegt mee dat de optie van een time-out ook van invloed is op de proportionaliteit en subsidiariteit van de maatregel, waar immers in geval van een voorwaardelijke beëindiging door die tijdelijke terugplaatsing (nog) niet overgegaan wordt tot herleving van de tbs-maatregel met dwangverpleging; een zeer ingrijpend gevolg. Ten tweede valt de veroordeelde bij een time-out als het ware terug op de eerdere behandelrelatie, hetgeen in een situatie ex artikel 14c niet noodzakelijk het geval is. Dit heeft als bijkomend (praktisch) voordeel dat voor de veroordeelde een behandelplaats beschikbaar is, die ook nog eens het juiste beveiligingsniveau heeft en waar de kliniek met de veroordeelde bekend is. Dit kan bij bijvoorbeeld een crisismaatregel niet worden gegarandeerd en is derhalve ook in dat opzicht het meest gunstige voor de veiligheid van de maatschappij en voor de veroordeelde.
Alles afwegend komt de rechtbank – in lijn met de standpunten van de officier van justitie en raadsman – tot het oordeel dat in onderhavig geval de voorwaarde ongewijzigd voortgezet dient te worden.
Gelet op hetgeen hierboven is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat thans de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, eist dat de tbs van [betrokkene] wordt verlengd met één jaar en dat de eerder bij de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege opgelegde voorwaarden worden gehandhaafd.

8.De beslissing.

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van [betrokkene] met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.B. Scheltema Beduin, voorzitter, mr. C.H.W.M. Sterk en mr. S.W.M. Speekenbrink, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. G.P.A.J. Joosen en is uitgesproken ter openbare zitting op 4 augustus 2022.
Mr. Scheltema Beduin en mr. Sterk zijn niet in de gelegenheid deze beschikking mede te ondertekenen.