ECLI:NL:RBZWB:2022:4522
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake maatwerkvoorziening Wmo na overlijden eiser
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda op zijn aanvraag voor een maatwerkvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Eiser had op 5 oktober 2020 een aanvraag ingediend voor een scootmobiel. Het college heeft op 17 juni 2021 een persoonsgebonden budget (pgb) voor de scootmobiel toegekend, maar eiser was het niet eens met dit besluit en heeft gronden aangevoerd tegen het niet tijdig nemen van een besluit.
De rechtbank heeft de zaak op 28 juli 2022 behandeld. Tijdens de zitting is gebleken dat eiser op 8 oktober 2021 is overleden. De gemachtigde heeft dit niet aan de rechtbank medegedeeld en is niet ter zitting verschenen. Er zijn geen erfgenamen die eiser als partij in het geding hebben opgevolgd, waardoor het procesbelang aan het beroep is komen te ontvallen. De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak is gedaan door mr. I.M. Josten, rechter, in aanwezigheid van mr. A.J.J. Sterks, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.