ECLI:NL:RBZWB:2022:4161

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
29 juli 2022
Publicatiedatum
26 juli 2022
Zaaknummer
BRE-22-2197
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak

Op 29 juli 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE-22-2197, waarbij het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk is verklaard. De belanghebbende had gereageerd op de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst, die dateert van 22 januari 2021. Het beroep betreft de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2016. De rechtbank heeft vastgesteld dat de belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet tijdig heeft betaald, ondanks herhaalde aanmaningen van de griffier. De rechtbank heeft in overeenstemming met artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan, omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen indien zij het niet eens zijn met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht
zaaknummer: BRE 22/2197

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 juli 2022 in de zaak tussen

[belanghebbende] , uit [woonplaats] , belanghebbende,

(gesteld gemachtigde: [gesteld gemachtigde] ),
en

De inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.

Procesverloop

Bij brief van 3 februari 2022 heeft belanghebbende gereageerd op de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 22 januari 2021 (de uitspraak op bezwaar). De inspecteur heeft de brief aangemerkt als beroepschrift en doorgezonden naar de rechtbank, omdat de rechtbank bevoegd is het beroep te behandelen. Het beroep ziet op de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2016 met aanslagnummer [aanslagnummer] .

Overwegingen

Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 50,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is.
De griffier heeft bij aangetekend verzonden brief van 22 mei 2022 belanghebbende nogmaals in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief. Volgens gegevens van Track&Trace van PostNL is de brief afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres.
Belanghebbende heeft het griffierecht niet op tijd betaald. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van N. Plasman, griffier, op 29 juli 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier, De rechter,
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.