ECLI:NL:RBZWB:2022:4140
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake woningsluiting door burgemeester wegens drugshandel
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 juli 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een huurder van een woning in Dongen, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester om zijn woning voor drie maanden te sluiten op grond van de Opiumwet. De burgemeester had dit besluit genomen na een politieonderzoek waaruit bleek dat er in de woning en de bijbehorende schuur goederen waren aangetroffen die verband hielden met de productie van harddrugs. Verzoeker betwistte de bevoegdheid van de burgemeester en voerde aan dat de sluiting onevenredig was, gezien zijn medische situatie en het ontbreken van drugs in de woning. De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester bevoegd was om de woning te sluiten en dat de sluiting noodzakelijk was om verdere drugshandel te voorkomen. De rechter concludeerde dat de sluiting niet onevenredig was en dat verzoeker zelf verantwoordelijk was voor de aangetroffen goederen. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en de sluiting van de woning voor drie maanden werd gehandhaafd.