ECLI:NL:RBZWB:2022:409
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroepschrift inzake aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
Op 1 februari 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarbij belanghebbende een beroepschrift had ingediend tegen de aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor de jaren 2016 en 2017. De zaak betreft de aanslagnummers [aanslagnummer].H.66.01, [aanslagnummer].W.66.01.4 en [aanslagnummer].H.76.01. Belanghebbende was griffierecht verschuldigd van € 49,00, waarvoor hij schriftelijk was geïnformeerd door de griffier. Ondanks een aangetekende brief van 2 november 2021, waarin belanghebbende werd gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht, is dit bedrag niet ontvangen door de rechtbank. Hierdoor zijn de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van N. Plasman, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank, waarbij de indiener van het verzetschrift kan verzoeken om in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.