Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 juli 2022 in de zaak tussen
[naam eiser] , uit [plaatsnaam 1] , eiser
de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank Breda (de Svb)
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
€ 2.829,05teruggevorderd. De terugvordering is bij het bestreden besluit gehandhaafd. Eiser heeft daartegen geen beroepsgronden aangevoerd. De rechtbank beoordeelt de terugvordering daarom niet.
.De Svb heeft terecht eisers recht op een AOW-uitkering herzien. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
Informatie over hoger beroep
Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving
1. Het ouderdomspensioen wordt door de Sociale verzekeringsbank ingetrokken of herzien, wanneer degene, aan wie het is toegekend, ingevolge het bij of krachtens deze wet bepaalde daarvoor niet of niet meer in aanmerking komt, onderscheidenlijk voor een hoger of lager ouderdomspensioen in aanmerking komt.
1. Onverminderd het elders in deze wet bepaalde terzake van herziening of intrekking van een besluit tot toekenning van ouderdomspensioen en terzake van weigering van ouderdomspensioen, herziet de Sociale verzekeringsbank een dergelijk besluit of trekt zij dat in: