ECLI:NL:RBZWB:2022:4076
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken beroepsgronden in belastingzaak
Op 22 juli 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een belanghebbende en de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking West-Brabant. De belanghebbende had beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 20 januari 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de belanghebbende geen gronden van het beroep heeft vermeld in het beroepschrift, zoals vereist door artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft de belanghebbende in de gelegenheid gesteld om dit verzuim te herstellen door middel van twee brieven, waarvan de laatste op 9 mei 2022 werd verzonden. In deze brieven werd de belanghebbende gewaarschuwd dat het niet tijdig indienen van de beroepsgronden zou leiden tot niet-ontvankelijkheid van het beroep. Ondanks de waarschuwingen heeft de belanghebbende geen gronden ingediend binnen de gestelde termijnen.
Gelet op het ontbreken van beroepsgronden en de niet-tijdige indiening daarvan, heeft de rechtbank besloten het beroep niet-ontvankelijk te verklaren. De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen indien zij het niet eens zijn met de uitspraak.