ECLI:NL:RBZWB:2022:4075
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken juiste machtiging
Op 22 juli 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE 21/5231, waarbij het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk is verklaard. De belanghebbende had, vertegenwoordigd door een gemachtigde, beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van Sabewa Zeeland van 21 oktober 2021. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemachtigde niet de juiste machtiging had overgelegd om namens de belanghebbende beroep in te stellen. Volgens artikel 8:24, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het noodzakelijk dat iemand die namens een ander beroep instelt, een machtiging indient. De rechtbank heeft de gemachtigde herhaaldelijk verzocht om een correcte volmacht te overleggen, maar dit is niet gebeurd. De rechtbank heeft op basis van artikel 6:6 van de Awb het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, omdat de vereiste machtiging ontbrak. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.