ECLI:NL:RBZWB:2022:4074
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroepen wegens niet betalen griffierecht in belastingzaken
Op 22 juli 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarbij belanghebbende een bezwaarschrift had ingediend tegen aanslagen vennootschapsbelasting voor de jaren 2012, 2016, 2018, 2019 en 2020. De inspecteur van de belastingdienst heeft dit bezwaarschrift als beroepschrift aangemerkt en doorgestuurd naar de rechtbank. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn, omdat het griffierecht niet tijdig is betaald. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het instellen van beroep. In dit geval was het griffierecht vastgesteld op € 365,-. De griffier heeft belanghebbende herhaaldelijk in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te betalen, maar belanghebbende heeft dit nagelaten en stelde dat het griffierecht niet verschuldigd was op grond van de Grondwet en andere argumenten. De rechtbank heeft geoordeeld dat belanghebbende niet heeft aangetoond dat het niet betalen van het griffierecht verontschuldigbaar was. Daarom heeft de rechtbank de beroepen niet-ontvankelijk verklaard en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.