Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 7 januari 2022 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiseres] , te [plaatsnaam 1] , eiseres,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda, verweerder.
[naam vergunninghouder 2], te [plaatsnaam 2] ,
Procesverloop
Overwegingen
Onder andere eiseres heeft daar op 30 oktober 2019 bezwaar tegen gemaakt.
Bij bestreden besluit heeft het college dat bezwaar ongegrond verklaard.
Eiseres heeft daar op 27 mei 2020 beroep tegen ingediend.
2. Gronden
3. Belanghebbende
4. Conclusie
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- verklaart het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- draagt het college op het betaalde griffierecht van € 354,- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt het college in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.518,-.