Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Inleiding
2.Beoordeling door de rechtbank
3.Beslissing
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedaan op 20 juli 2022, worden de beroepen van de belanghebbende tegen de beslissingen van de inspecteur van 12 februari 2021 beoordeeld. De belanghebbende, vertegenwoordigd door gemachtigde W.J. van Boxtel, heeft beroep ingesteld tegen de navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) en de navorderingsaanslag Inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) voor het jaar 2010. Tijdens de zitting op 8 juni 2022 hebben partijen ingestemd met een rechtstreeks beroep tegen de beslissingen van de inspecteur.
Tijdens de zitting is er een compromis bereikt tussen de partijen. De winstcorrectie van € 15.000 vervalt, terwijl de winstcorrectie van € 15.470 in stand blijft. Dit leidt tot een vermindering van de navorderingsaanslag IB/PVV tot een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 14.568 en een vermindering van de navorderingsaanslag Zvw tot een bijdrage-inkomen van € 3.289. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de belanghebbende recht heeft op een proceskostenvergoeding voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand en op vergoeding van het betaalde griffierecht.
De rechtbank heeft in haar beslissing de beroepen gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd, en de navorderingsaanslagen dienovereenkomstig verminderd. De inspecteur is veroordeeld tot betaling van € 1.518 aan proceskosten aan de belanghebbende. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na de verzenddatum.