ECLI:NL:RBZWB:2022:3616
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht in belastingzaak
Op 1 juli 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een belanghebbende en de heffingsambtenaar van de gemeente Breda. De belanghebbende had beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 18 januari 2022, betreffende een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De rechtbank heeft het beroep echter kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, omdat de belanghebbende het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet tijdig had betaald.
De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het griffierecht moet worden betaald om een beroep in te dienen. De griffier had de belanghebbende per aangetekende brief op 6 maart 2022 in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen vier weken te betalen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de brief op het juiste adres is afgeleverd, maar dat de belanghebbende het griffierecht niet op tijd heeft voldaan.
Aangezien het griffierecht niet tijdig was betaald, heeft de rechtbank geen andere keuze dan het beroep niet-ontvankelijk te verklaren. De rechtbank heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.