ECLI:NL:RBZWB:2022:3611

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
1 juli 2022
Publicatiedatum
30 juni 2022
Zaaknummer
BRE-21_5746
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring van beroep wegens gebrek aan motivering in belastingzaak

In deze zaak heeft de belanghebbende een beroepschrift ingediend tegen de uitspraak op bezwaar met betrekking tot de waarde van een onroerende zaak, vastgesteld op basis van de Wet waardering onroerende zaken. Het beroepschrift voldeed echter niet aan de wettelijke vereisten, aangezien het geen motivering bevatte. Dit is in strijd met artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat vereist dat een beroepschrift gemotiveerd moet zijn. De rechtbank heeft de belanghebbende de kans gegeven om dit verzuim te herstellen, maar ondanks herhaalde verzoeken heeft de belanghebbende dit verzuim niet binnen de gestelde termijnen hersteld.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangetekende brieven, waarin de belanghebbende werd gewezen op het verzuim en de gevolgen daarvan, op het opgegeven adres zijn afgeleverd. Aangezien de belanghebbende geen actie heeft ondernomen om het verzuim te verhelpen, heeft de rechtbank besloten het beroep kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren op basis van artikel 6:6 van de Awb. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling, en de beslissing is openbaar gemaakt. De belanghebbende heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak verzet aan te tekenen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht, enkelvoudige kamer
Locatie: Breda
Zaaknummer BRE 21/5746
uitspraak van 1 juli 2022
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

[belanghebbende] wonende te [plaats] ,

belanghebbende,
en

[heffingsambtenaar] ,

de heffingsambtenaar.

Motivering

Belanghebbende heeft een beroepschrift ingediend betreffende de uitspraak op bezwaar inzake de bij beschikking krachtens de Wet waardering onroerende zaken vastgestelde waarde van het pand [adres] [plaats] met aanslagnummer [aanslagnummer] .
Het beroepschrift bevat geen motivering (geen “gronden”), terwijl een motivering wel een wettelijke eis aan een beroepschrift is (artikel 6:5 van de Awb). Het enkel bijvoegen van een kopie van de uitspraak op bezwaar geldt niet als een motivering. Dit betekent dat er sprake is van een verzuim als bedoeld in artikel 6:6 van de Awb.
De griffier heeft belanghebbende bij brief van 28 december 2021 de kans gegeven dit verzuim te herstellen binnen vier weken na de datum van verzending van die brief. Dit verzoek is herhaald bij aangetekende brief van 17 februari 2022 met een laatste termijn van twee weken. Deze brieven bevatten de waarschuwing dat indien het verzuim niet tijdig wordt hersteld, de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk kan verklaren.
Volgens gegevens van Track&Trace van PostNL is de aangetekende brief afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres.
Belanghebbende heeft het verzuim niet hersteld binnen de gestelde termijn en heeft het verzuim nog altijd niet hersteld.
De rechtbank ziet onder deze omstandigheden aanleiding om het beroep kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren op grond van artikel 6:6 van de Awb.
Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van N. Plasman, griffier, op 1 juli 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier, De rechter,
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de datum van verzending verzet worden gedaan bij de rechtbank (artikel 8:55 Awb). De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.