ECLI:NL:RBZWB:2022:3610
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroepschrift wegens termijnoverschrijding in belastingzaak
In deze zaak heeft de belanghebbende een beroepschrift ingediend tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Hilvarenbeek, betreffende een aanslag leges. De uitspraak op bezwaar dateert van 13 december 2021, en de wettelijke termijn voor het indienen van een beroepschrift eindigde op 24 januari 2022. Het beroepschrift is echter pas op 3 februari 2022 digitaal bij de rechtbank ontvangen, wat betekent dat het niet-tijdig is ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de wettelijke termijn voor het indienen van een beroepschrift dwingend is en dat bij termijnoverschrijding een niet-ontvankelijkverklaring volgt, tenzij de overschrijding als 'verschoonbaar' kan worden aangemerkt.
De belanghebbende heeft aangevoerd dat zij door ziekte niet in staat was om tijdig beroep in te stellen. Hoewel de rechtbank begrip heeft voor de situatie van de belanghebbende, oordeelt zij dat de aangevoerde redenen niet voldoende zijn om de termijnoverschrijding als verschoonbaar te kwalificeren. De rechtbank benadrukt dat het de verantwoordelijkheid van de belanghebbende is om tijdig juridische hulp in te schakelen, vooral gezien haar beperkte digitale vaardigheden en gebrek aan ervaring met juridische procedures. De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De rechtbank heeft de uitspraak gedaan op 1 juli 2022, en deze is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank, waarbij de indiener kan verzoeken om gehoord te worden over het verzet.