ECLI:NL:RBZWB:2022:3448
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 24 juni 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een belanghebbende en de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg. De belanghebbende had beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 14 december 2021. De rechtbank heeft het beroep echter kennelijk niet-ontvankelijk verklaard zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank legt uit dat iemand die beroep instelt, griffierecht moet betalen, zoals vastgelegd in artikel 8:41 van de Awb. In deze zaak bedraagt het griffierecht € 50,-. De griffier had de belanghebbende in een aangetekende brief van 24 maart 2022 in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen vier weken te betalen. Aangezien de belanghebbende het griffierecht niet tijdig heeft betaald, heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Awb.
De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.