ECLI:NL:RBZWB:2022:3446
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 24 juni 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een belanghebbende uit een onbekende plaats en de heffingsambtenaar van de gemeente Dongen. De belanghebbende heeft beroep ingesteld tegen een uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar. De rechtbank heeft het beroep echter kennelijk niet-ontvankelijk verklaard zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank legt uit dat een persoon die beroep instelt, verplicht is om griffierecht te betalen, zoals vastgelegd in artikel 8:41 van de Awb. In deze zaak bedraagt het griffierecht € 49,-. De griffier heeft de belanghebbende schriftelijk geïnformeerd over de termijn waarbinnen het griffierecht betaald moest worden. De belanghebbende heeft echter in een e-mail van 12 januari 2022 aangegeven dat het voor hem tegen zijn principes indruist om eerst te moeten betalen voordat het beroep in behandeling wordt genomen. Ondanks herhaalde verzoeken van de griffier om het griffierecht te voldoen, heeft de belanghebbende dit niet gedaan.
Aangezien het griffierecht niet tijdig is betaald, heeft de rechtbank het beroep op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Awb kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.