ECLI:NL:RBZWB:2022:3432

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 juni 2022
Publicatiedatum
24 juni 2022
Zaaknummer
BRE_22_1322
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens gebrek aan machtiging

Op 24 juni 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een belastingrechtelijke zaak tussen een belanghebbende en de heffingsambtenaar van de gemeente. De belanghebbende had beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 28 februari 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de gemachtigde van de belanghebbende, mr. D.A.N. Bartels, geen machtiging had overgelegd waaruit blijkt dat hij bevoegd was om namens de belanghebbende beroep in te stellen.

De rechtbank heeft mr. D.A.N. Bartels meerdere keren verzocht om dit verzuim te herstellen, maar de overgelegde stukken voldeden niet aan de eisen. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep niet-ontvankelijk is verklaard, omdat de gemachtigde niet kon aantonen dat hij bevoegd was om het beroep in te stellen.

De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht
zaaknummer: BRE 22/1322

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 juni 2022 in de zaak tussen

[belanghebbende] uit [woonplaats] , belanghebbende

(gemachtigde: mr. D.A.N. Bartels),
en

De heffingsambtenaar van de gemeente [verweerder] , de heffingsambtenaar.

Procesverloop

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 28 februari 2022 (de bestreden uitspraak op bezwaar) beroep ingesteld.

Overwegingen

Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
Iemand die namens een ander beroep instelt, moet op verzoek van de rechtbank een machtiging indienen om aan te tonen dat hij namens die ander beroep mag instellen. Dit staat in artikel 8:24, tweede lid, van de Awb. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren.
Mr. D.A.N. Bartels heeft bij het beroepschrift geen machtiging bijgevoegd waaruit blijkt dat hij gemachtigd is beroep in te stellen namens belanghebbende. De rechtbank heeft mr. D.A.N. Bartels bij brief van 7 maart 2022 verzocht om binnen vier weken dit verzuim te herstellen.
Dit verzoek is herhaald bij aangetekende brief van 4 mei 2022 met een laatste termijn van twee weken.
Bij brief van 9 mei, ontvangen bij de rechtbank op 19 mei 2022, ontvangt de rechtbank nadere stukken. Bij deze stukken zit een niet ondertekende en een niet op naam gestelde volmacht. Hierdoor kan niet beoordeeld worden of mr. D.A.N. Bartels gemachtigd is door belanghebbende om beroep in te stellen.
Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier, op 24 juni 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.