In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 januari 2022, werd de zaak behandeld tussen een onderwijsinstelling (eiseres) en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) als verweerder. De eiseres had beroep ingesteld tegen een loonsanctie die het UWV had opgelegd, omdat zij volgens het UWV onvoldoende re-integratie-inspanningen had verricht voor een werkneemster die sinds 2017 ziek was. De werkneemster had een aanvraag voor een WIA-uitkering ingediend, maar het UWV stelde dat de eiseres niet aan haar re-integratieverplichtingen had voldaan, omdat zij onvoldoende had aangetoond dat er geen passende functies voor de werkneemster beschikbaar waren. De rechtbank oordeelde dat de eiseres niet had aangetoond dat het creëren van een passende functie niet mogelijk was en dat zij niet had voldaan aan haar re-integratie-inspanningen. De rechtbank concludeerde dat de loonsanctie van het UWV terecht was opgelegd. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van werkgevers in het kader van re-integratie en de noodzaak om actief te zoeken naar passende werkplekken voor zieke werknemers.