ECLI:NL:RBZWB:2022:3336
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Voorwaardelijke beëindiging van TBS met verpleging van overheidswege bij een illegale vreemdeling
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 3 maart 2022, wordt de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een betrokkene besproken. De betrokkene, geboren in 1985 en momenteel verblijvend in de TBS-kliniek CTP Veldzicht, is eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf en TBS vanwege een overtreding van artikel 287 van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank heeft geconstateerd dat de betrokkene ongewenst vreemdeling is verklaard en dat er complicaties zijn rondom haar verblijfsstatus in Nederland, wat haar resocialisatie bemoeilijkt. De kliniek adviseert om de TBS met één jaar te verlengen, terwijl de psycholoog en psychiater van mening zijn dat er geen sprake meer is van een persoonlijkheidsstoornis en dat het recidiverisico laag is. De rechtbank is van oordeel dat zij onvoldoende voorgelicht is om voorwaarden voor een voorwaardelijke beëindiging van de TBS te formuleren. Daarom wordt het onderzoek heropend en geschorst, met de opdracht aan de reclassering om een rapport uit te brengen over mogelijke voorwaarden voor een voorwaardelijke beëindiging. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan en verwacht dat de betrokkene haar medewerking zal verlenen aan het proces.