ECLI:NL:RBZWB:2022:3314
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de afwijzing van een aanvraag tot wijziging van persoonsgegevens in de basisregistratie personen
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 juni 2022, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag tot wijziging van persoonsgegevens in de basisregistratie personen (brp) beoordeeld. Eiser had op 30 januari 2019 een verzoek ingediend om correctie van zijn geregistreerde gegevens, waarbij hij zijn voornaam, geboortedatum en geboorteplaats wilde wijzigen. Het college van burgemeester en wethouders van Tilburg had deze aanvraag op 11 mei 2020 afgewezen, en na bezwaar bleef het college bij deze afwijzing in het bestreden besluit van 20 januari 2021. De rechtbank heeft het beroep op 25 maart 2022 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde, evenals de gemachtigde van het college, aanwezig waren. De rechtbank heeft na sluiting van het onderzoek op zitting medegedeeld binnen zes weken uitspraak te doen, maar deze termijn niet gehaald en partijen later bericht dat de uitspraak zes weken later zou volgen.
De rechtbank oordeelt dat het college het verzoek van eiser op goede gronden heeft afgewezen. Eiser heeft verschillende documenten overgelegd ter onderbouwing van zijn aanvraag, maar de rechtbank concludeert dat het college terecht heeft vastgesteld dat de overgelegde documenten niet voldoende zijn om de geregistreerde gegevens in de brp te wijzigen. De rechtbank verwijst naar de vereisten voor legalisatie van buitenlandse documenten en stelt vast dat de documenten die eiser heeft overgelegd niet voldoen aan de eisen die gesteld worden voor wijziging van persoonsgegevens in de brp. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat eiser geen recht heeft op terugbetaling van het griffierecht of vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.