ECLI:NL:RBZWB:2022:3282
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de niet-ontvankelijkverklaring van een bezwaar tegen een saldo-opgave door de gemeente Tilburg
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 juni 2022, wordt het beroep van eiseres tegen de niet-ontvankelijkverklaring van haar bezwaar door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg beoordeeld. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een saldo-opgave die zij op 8 februari 2021 had ontvangen. Het college verklaarde dit bezwaar niet-ontvankelijk met een besluit op 12 mei 2021. Eiseres was van mening dat zij door de ontvangstbevestiging van haar bezwaarschrift en het opstarten van de bezwaarprocedure in de veronderstelling verkeerde dat haar bezwaar inhoudelijk behandeld zou worden. De rechtbank oordeelt echter dat het college niet op het verkeerde been heeft gezet, aangezien de ontvangstbevestiging niet impliceert dat er een inhoudelijke beoordeling van het bezwaar zou volgen.
De rechtbank concludeert dat de brief van 8 februari 2021 geen besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiseres had ook betoogd dat haar bezwaarschrift tegen de saldo-opgave mede gericht moest worden geacht tegen een eerder besluit van 29 mei 2020, maar de rechtbank oordeelt dat dit niet het geval is. Eiseres was op het moment van indienen van de aanvullende bezwaargronden op de hoogte van het eerdere besluit en had dit niet expliciet in haar bezwaar opgenomen. De rechtbank komt tot de conclusie dat het beroep ongegrond is en dat het bestreden besluit in stand blijft. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.