In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, een zelfstandig ondernemer met een horecazaak, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. De eiser had een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo 5) voor de periode van 1 augustus 2021 tot en met 30 september 2021. Het college heeft echter besloten deze aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat de eiser niet op afspraken is verschenen en de gevraagde aanvullende gegevens niet heeft ingeleverd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het college de eiser op de hoogte heeft gesteld van de gevolgen van het niet tijdig indienen van de gevraagde gegevens. De eiser heeft in beroep aangevoerd dat hij de brieven van het college niet heeft ontvangen, maar de rechtbank oordeelt dat het college aan zijn zorgplicht heeft voldaan. De rechtbank heeft ook overwogen dat de eiser niet heeft aangetoond dat hij de brieven niet heeft ontvangen, aangezien PostNL heeft bevestigd dat de brieven zijn aangeboden.
De rechtbank concludeert dat het college bevoegd was om de aanvraag van de eiser niet in behandeling te nemen en verklaart het beroep ongegrond. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.