Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
“overeenkomst tot het inlenen van tijdelijk personeel”tussen [Y] B.V. (hierna: [Y] ), de opdrachtgever, en [X] Ltd., de opdrachtnemer. De overeenkomst is namens [X] Ltd. getekend door [B] in zijn functie als directeur. De naam en functie van de ondertekenaar namens [Y] zijn niet ingevuld evenals de dagtekening. [X] Ltd. heeft in verband met deze opdracht € 817.384 gefactureerd aan [Y] . De werkzaamheden voor [Y] zijn (onder meer) verricht door werknemers die in dienst van belanghebbende waren.
€ 315.404
- € 247.929
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
5.Proceskosten
6.Beslissing
- verklaart het beroep gegrond met betrekking tot de boetebeschikking opgelegd bij de naheffingsaanslag LH over het tijdvak 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar met betrekking tot de boetebeschikking opgelegd bij de naheffingsaanslag LH over het tijdvak 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016;
- vermindert de boete opgelegd bij de naheffingsaanslag LH over het tijdvak 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016 tot € 38.250;
- verklaart het beroep voor het overige ongegrond;
- gelast dat de inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 354 aan deze vergoedt.
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar, behoudens de beslissing op het verzoek om kostenvergoeding;
- vermindert de naheffingsaanslag LH over het tijdvak 1 januari 2014 tot en met 31 december 2016 tot € 24.434;
- vermindert de beschikking belastingrente dienovereenkomstig;
- gelast dat de inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 354 aan deze vergoedt.
- verklaart het beroep ongegrond;
- vermindert de boete opgelegd bij de navorderingsaanslag Vpb 2015 tot € 301.
- verklaart het beroep gegrond met betrekking tot de boetebeschikking opgelegd bij de aanslag Vpb 2016;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar met betrekking tot de boetebeschikking opgelegd bij de aanslag Vpb 2016;
- vermindert de boete opgelegd bij de aanslag Vpb 2016 tot € 11.475;
- verklaart het beroep voor het overige ongegrond;
- gelast dat de inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 360 aan deze vergoedt.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: