ECLI:NL:RBZWB:2022:2916
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de handhaving van een omgevingsvergunning voor woninguitbreiding
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 2 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht. De eiser, wonende op een aangrenzend perceel, heeft beroep ingesteld tegen de handhaving van een omgevingsvergunning die was verleend aan de vergunninghoudster voor de uitbreiding van haar woning. De vergunninghoudster had op 22 februari 2021 een omgevingsvergunning aangevraagd voor de uitbreiding van haar woning, welke vergunning op 13 april 2021 door het college was verleend. Eiser maakte bezwaar tegen deze vergunning, wat leidde tot een bestreden besluit op 11 augustus 2021 waarin het college het bezwaar ongegrond verklaarde. Eiser voerde aan dat er onterecht was geadviseerd door de welstandscommissie en dat de familieband tussen de vergunninghoudster en de aannemer de beoordeling had beïnvloed. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 10 maart 2022 en heeft de termijn voor uitspraak verlengd. De rechtbank oordeelde dat de omgevingsvergunning in stand kon blijven, omdat de activiteit binnen de voorwaarden van het bestemmingsplan viel en de welstandscommissie op zorgvuldige wijze had geadviseerd. De rechtbank concludeerde dat de beroepsgronden van eiser niet voldoende waren om de vergunning te vernietigen. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 2 juni 2022.