Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
negatief€ 140.400 bij [bedrijf 1] . In afwijking van de aanslag van 24 juni 2016 is in de navorderingsaanslag een inkomen uit aanmerkelijk belang in aanmerking genomen van € 140.400 (de winstuitdeling).
3.Geschil
negatief€ 140.400.
4.Beoordeling van het geschil
negatief€ 140.400 ten onrechte heeft geweigerd. [bedrijf 1] is dus door de rechtbank in het gelijk gesteld. Nu de rechtbank heeft geoordeeld dat het negatieve transactieresultaat ten laste van [bedrijf 1] komt, is er geen sprake van een voordeel voor belanghebbende. Dit brengt naar het oordeel van de rechtbank mee dat de navorderingsaanslag en de rentebeschikking moeten worden vernietigd.
5.Proceskosten
6.Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vernietigt de navorderingsaanslag IB/PVV 2014 en de daarbij vastgestelde rentebeschikking;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: